neutraal:
* onderscheidend: Om het verschil tussen dingen te herkennen of waar te nemen.
* Differentiëren: Om anders te maken of te worden.
* isoleren: Scheiden van anderen.
* Markeer: Om de aandacht te benadrukken of de aandacht te vestigen.
* single out: Om één persoon of ding uit een groep te kiezen.
Negatief:
* Discrimineer: Om een persoon of groep anders te behandelen op basis van hun ras, religie, geslacht, enz.
* marginaliseren: Om een persoon of groep als onbelangrijk of onbeduidend te behandelen.
* uitsluiten: Om te voorkomen dat iemand of iets wordt opgenomen in een groep of activiteit.
* segregeren: Om mensen in verschillende groepen te scheiden, vooral op basis van ras of religie.
* Doel: Om specifiek op iemand of iets te richten.
positief:
* benadrukken: Om speciaal belang of aandacht te geven.
* focus: Om de aandacht op te concentreren op.
* promoten: Om iets te helpen zich te ontwikkelen of te groeien.
* vieren: Om te laten zien dat je ergens blij mee bent.
Het beste woord om te gebruiken is afhankelijk van de specifieke situatie en de nuance die u wilt overbrengen. Als je bijvoorbeeld hebt over iemand die oneerlijk wordt behandeld vanwege zijn ras, zou "discrimineren" het meest geschikte woord zijn. Als je het hebt over een leraar die speciale aandacht besteedt aan een student die worstelt, is "hoogtepunt" misschien een betere keuze.