Enkele van de vroegste artefacten van Bengaalse kunst zijn exemplaren van aardewerk uit Mahasangarh , in het noorden van Bangladesh . Het aardewerk gevonden varieert van de derde eeuw voor Christus tot de 16e eeuw na Christus . Het aardewerk is grotendeels terra - cotta , dat is een basis van klei , geglazuurd keramiek. De terra - cotta is versierd met vele religieuze symbolen , zoals hindoegoden zoals Krishna . Sommige keramiek gevonden bevatten ook etsen van het dagelijks leven op het platteland Bengali .
Patuas
" Harshacharita , " een zevende eeuw Bengali tekst , beschreven kunstenaars die rollen die vertelde getoond van de beloningen en straffen die Yama , de Heer van de Dood , uitgedeeld . Sindsdien zijn rondtrekkende kunstenaar - vertellers versierde rollen, genaamd patuas of aaien , gebruikt om te vertellen hun verhaal. Elk verhaal afgebeeld op de scroll komt overeen met het verhaal wordt verteld . Pats werden oorspronkelijk geschilderd op doek met plantaardige kleurstoffen en natuurlijke pigmenten .
Begin 20e eeuw
Aan het begin van de 20e eeuw , de koloniale heerser van Bangladesh , de Britse Rijk , beïnvloed Bengaalse kunstenaars te schilderen in een Europese stijlen . Europese invloeden , zoals de bioscoop en theater , wordt gevraagd schilderijen van Bengali theater decors en cinema decoraties , evenals Europese stijl portretten van Bengaals aristocratie . In de vroege jaren 1900 , gerenommeerde kunstenaars zoals Havel gepopulariseerd Oriental Art , of de Bengaalse School , die Mughal Bengali miniatuurkunst gecombineerd met Chinese en Japanse stilering . Hun kunst fungeerde als een daad van rebellie tegen Europese stijl en koloniale overheersing .
Volkskunst
inheemse volkskunst was een soort van Bengaalse kunst. Kunstenaars geschilderde motieven op stoffen zoals mousseline en Jamdani . Artiesten produceerde ook Patachitra schilderijen , waarin religieuze afbeeldingen van Krishna en andere goden op katoenen doek waren . Chou maskers waren endemisch in Bangladesh . Chou maskers waren klei maskers van de gezichten van de goden die de mensen droegen tijdens de Chou Dance , die goddelijke heldendom gevierd . Borduurwerk , leer ambachten , wandkleden , zakdoeken en Tepa Putul ( Bengali poppen ) waren ook artistieke nietjes .