De goedkoopste zitplaatsen in de galerijen, bekend als de ‘penny-galerijen’ of ‘two-penny-galerijen’, kosten een of twee cent (ongeveer gelijk aan de huidige 10-25 cent). Deze stoelen bevonden zich op het hoogste punt van het theater en boden een ver zicht op het podium.
Comfortabelere stoelen, bekend als 'drie-penny-galerijen' of 'Lord's Rooms', kosten drie cent (vandaag ongeveer 35 cent). Deze stoelen bevonden zich lager in de galerijen en boden een beter zicht op het podium.
De duurste stoelen in de galerijen, bekend als de ‘herenkamers’, kosten zes cent (tegenwoordig ongeveer 70 cent). Deze stoelen bevonden zich aan de voorkant van de galerijen en boden het beste zicht op het podium.
Naast de kosten voor de zitplaats moesten theaterbezoekers ook een toegangsprijs betalen om het theater te betreden. Deze vergoeding varieerde doorgaans van één tot drie cent.
Over het geheel genomen waren de kosten van het zitten in de galerijen van het Globe Theatre voor de meeste mensen betaalbaar, waardoor het een populaire vorm van entertainment werd voor alle lagen van de samenleving.