- "Meeuwen krijsen in de lucht en de matrozen zeilen weg."
- "Gefluister van golven aan de waterkant."
Assonantie:
- "Dus ik volg de sterren naar de zoutwaterkamer."
- "Zeilboten zwaaiend in de zomerzon."
Consonantie:
- "Het water klotst tegen de kust."
- "Meeuwen huilen in de lucht."
Metaforen:
- "De zoutwaterkamer is een plek van vrede."
- "De sterren zijn een gids voor de zoutwaterkamer."
Similes:
- "De golven zijn als gefluister aan de waterkant."
- "Zeilboten die als vriendelijke reuzen in de zomerzon zwaaien."
Personificatie:
- "De golven dansen over de waterkant."
- "De sterren fonkelen en fluisteren geheimen in de zoutwaterkamer."