Klassieke idealen:
* neoklassieke invloed: De 18e-eeuwse heropleving van de klassieke Griekse en Romeinse kunst beïnvloedde het ideaal van schoonheid sterk. Dit betekende symmetrische kenmerken, heldere huid, sierlijke figuren en een gevoel van evenwicht en kalmte.
* geïdealiseerde vrouwelijke schoonheid: Vrouwen werden vaak afgeschilderd als delicaat, bleek, met grote, expressieve ogen en een kleine figuur. Dit ideaal was vaak onbereikbaar, wat leidde tot praktijken zoals corsetry en het gebruik van cosmetica om hun uiterlijk te verbeteren.
Romantisch tijdperk en emotie:
* Romantisch idealisme: De romantische beweging van de vroege jaren 1800 benadrukte emotie, intuïtie en de natuurlijke wereld. Deze doordrenkte schoonheid met een gevoel van passie, wildheid en een waardering voor het onconventionele.
* "The Sublime": Een concept nauw verbonden met het romantische tijdperk, dat schoonheid definieerde in termen van ontzagwekkende, overweldigende ervaringen, zoals krachtige stormen, enorme landschappen of zelfs tragische liefdesverhalen.
Victoriaans tijdperk en moraliteit:
* Morele zuiverheid: Het Victoriaanse tijdperk legde grote nadruk op deugd en fatsoen. Schoonheid werd geassocieerd met bescheidenheid, kuisheid en een verfijnde houding.
* nadruk op gezondheid: De Victoriaanse periode zag een toenemende focus op gezondheid en hygiëne. Dit strekte zich uit tot schoonheidsidealen, met een heldere huid, rooskleurige wangen en een gezonde lichaamsbouw die belangrijk wordt.
Artistieke trends:
* realisme: De opkomst van realisme in kunst bracht een focus op het weergeven van het dagelijks leven en mensen zoals ze eigenlijk waren. Dit daagde de geïdealiseerde schoonheidsnormen uit het verleden uit en begon een breder spectrum van optredens te omarmen.
* Pre-Raphaelite-beweging: Deze artistieke beweging, die bloeide in het midden van de 19e eeuw, liet zich inspireren door middeleeuwse kunst en benadrukte de schoonheid van de natuur, geïdealiseerde vrouwelijke figuren en emotionele expressie.
voorbij het fysieke:
* innerlijke schoonheid: Hoewel fysieke schoonheid belangrijk bleef, kreeg het concept van "innerlijke schoonheid" grip. Dit omvatte kwaliteiten zoals vriendelijkheid, intelligentie en sterk moreel karakter.
Het is cruciaal om te onthouden dat schoonheid in de 19e eeuw geen monolithisch concept was. Idealen varieerden per klasse, regio en zelfs binnen individuele artistieke bewegingen. Bovendien is het concept van schoonheid altijd evoluerend en beïnvloed door sociale, culturele en technologische veranderingen.