- Farce: Het stuk is een farce, een soort komedie waarbij overdreven karakters en situaties worden gebruikt om humor te creëren.
- Satire: Het stuk hekelt de vastgoedsector en de rijke elite.
- Woordspel: Het stuk maakt gebruik van woordspelingen en woordspelingen om humor te creëren.
- Fysieke komedie: Het stuk maakt gebruik van fysieke komedie, zoals slapstick, om humor te creëren.
- Karakteroverdrijving: De personages in het stuk zijn overdreven en over-the-top, wat bijdraagt aan de humor.
- Situationele ironie: Het stuk maakt gebruik van situationele ironie, zoals wanneer een personage het ene zegt maar het andere bedoelt, om humor te creëren.
- Omkering van verwachtingen: Het stuk draait vaak de verwachtingen om, bijvoorbeeld wanneer een personage dat goed lijkt slecht blijkt te zijn, om humor te creëren.
- Publiekparticipatie: Het stuk moedigt soms deelname van het publiek aan, bijvoorbeeld wanneer de personages het publiek om advies vragen, om humor te creëren.