lichamelijkheid:
* overdreven bewegingen: Slapstick -acteurs gebruiken grote, brede gebaren en overdreven gezichtsuitdrukkingen. Denk aan overdreven valpartijen, onhandige bewegingen en gezichtsverwikkelingen.
* RUWELHOUSING: Slapstick omvat vaak fysiek contact, zoals klappen, trappen en pratfalls. Hoewel bedoeld om humoristisch te zijn, wordt het meestal gedaan op een manier die onschadelijk en speels lijkt.
* improvisatie: Veel slapstick -routines zijn gebouwd op spontane reacties en snel denken, waardoor onverwachte wendingen mogelijk zijn.
absurditeit:
* Onrealistische situaties: Slapstick gebruikt vaak bizarre en onwaarschijnlijke situaties die de grenzen van de realiteit uitstrekken. Stel je een personage voor die probeert te navigeren in een kamer vol oversized objecten of worstelt met een defecte machine.
* overdreven tekens: Slapstick bevat vaak personages die overdreven versies van echte mensen zijn, het presenteren van eigenzinnige persoonlijkheden, ongewone maniertjes en misschien zelfs een niveau van incompetentie.
Visuele humor:
* visuele gags: Slapstick vertrouwt sterk op visuele humor, vaak met behulp van rekwisieten, kostuums en setstukken op een manier die gelach genereert. Denk aan de klassieke bananenschilschil of een personage dat in een touw verstrikt raakt.
* Geluidseffecten: Slapstick -prestaties bevatten vaak geluidseffecten, zoals overdreven klappen, crashes en piepen, om de komische impact te vergroten.
Voorbeelden van slapstick:
* De klassieke stille films van Charlie Chaplin, Buster Keaton en Harold Lloyd.
* De drie stooges, met hun chaotische en gewelddadige merk slapstick.
* Moderne films zoals "The Hangover" of "Dumb and Dumber" bevatten vaak slapstick -elementen.
Over het algemeen:
Slapstick is een stijl van prestaties die tot doel heeft gelach op te wekken door fysieke humor, absurditeit en visuele gags. Het is een tijdloze vorm van komedie die taalbarrières overstijgt en het publiek in de hele generaties blijft vermaken.