pigmenten:
* klei: Verschillende soorten klei, vaak gemengd met water, leverden een reeks kleuren van rood en bruin tot geel en wit.
* oxide -mineralen: IJzeroxiden (zoals oker) leverden roodbruine en gele pigmenten op, terwijl mangaanoxiden bruine en zwarte tinten produceerden.
* houtskool: Brandend hout en andere organische materialen produceerden zwart pigment voor tekeningen en markeringen.
* Plantverf: Bepaalde planten, zoals bessen en wortels, werden gebruikt om kleurstoffen te creëren die konden worden gemengd met andere ingrediënten voor verschillende tinten.
bindmiddelen:
* Diervet: Oliën en vetten van dieren, zoals vissen en herten, werden gebruikt om pigmenten aan oppervlakken te binden en een duurzamere verf te creëren.
* gom: Natuurlijke tandvlees van bomen en planten hielpen om de verf viskeuzer te maken en zijn vorm vast te houden.
* eieren: Eierdooiers werden soms toegevoegd als een bindmiddel en voor een meer levendige afwerking.
oppervlakken:
* Animal Skins: Verven werden aangebracht op huiden en bont voor kleding, versiering en ceremoniële doeleinden.
* schors: Berkschors werd vaak gebruikt als een oppervlak om te schilderen, vooral voor decoraties en berichten.
* hout: Houten objecten, zoals gereedschappen en meubels, werden vaak geschilderd om artistieke en praktische redenen.
* rotsen: Rotsoppervlakken werden gebruikt voor het schilderen, vooral in rockkunstlocaties.
Het is belangrijk op te merken dat de specifieke materialen en technieken sterk varieerden tussen verschillende Algonquin -groepen en regio's. Het gebruik van natuurlijke pigmenten en bindmiddelen was diep verweven met hun begrip van de omgeving en zijn middelen.