Gregor bestudeerde zwart magnetisch zand uit Cornwall, Engeland, toen hij merkte dat het een onbekend metaal bevatte. Hij noemde het metaal "menaccaniet" naar de parochie in Cornwall waar het werd gevonden, maar veranderde later de naam in "titanium", naar de Titanen uit de Griekse mythologie.
In 1910 kon Hunter puur titanium isoleren door titaniumtetrachloride met natrium in een stalen bom te verwarmen. Het resulterende metaal was hard en bros, maar pas door de ontwikkeling van nieuwe productiemethoden in de jaren veertig werd titanium commercieel levensvatbaar.
Tegenwoordig wordt titanium gebruikt in een verscheidenheid aan toepassingen, waaronder vliegtuigen, ruimtevaartuigen, medische implantaten en sieraden. Het is een lichtgewicht, sterk en corrosiebestendig metaal, waardoor het ideaal is voor deze doeleinden.