De vervorming van gesteenten tijdens metamorfose kan in verschillende vormen voorkomen, die elk verschillende structurele kenmerken veroorzaken:
1. Foliatie:Foliatie is een veel voorkomende metamorfe structuur die wordt gekenmerkt door de uitlijning van platachtige mineralen, zoals mica of chloriet, in parallelle lagen of banden. Dit gebeurt als gevolg van de afvlakking en verlenging van mineralen onder gerichte druk tijdens metamorfose. Foliated metamorfe gesteenten omvatten leisteen, leisteen en gneis.
2. Lineatie:Lineatie is een andere belangrijke metamorfe structuur die verwijst naar de uitlijning van minerale korrels of langwerpige mineralen in een voorkeursrichting. Dit kan worden veroorzaakt door uitrekken of afschuiven tijdens vervorming en kan worden gezien als parallelle strepen, groeven of minerale uitlijningen. Gelijnde metamorfe gesteenten omvatten gelinieerde gneis en uitgerekte kiezelstenen in conglomeraten.
3. Vouwen:Vouwen is een veel voorkomende vervormingsstructuur die optreedt wanneer rotsen worden onderworpen aan drukkrachten. Het resulteert in het buigen en knikken van gesteentelagen, waardoor verschillende soorten plooien ontstaan, zoals anticlines (opwaartse plooien) of synclines (neerwaartse plooien). Gevouwen metamorfe gesteenten worden vaak waargenomen in bergachtige streken.
4. Fouten:Fouten ontstaan wanneer rotsen breken en langs elkaar heen glijden als gevolg van tektonische krachten. Tijdens metamorfose kan brosse vervorming ertoe leiden dat rotsen breken, waardoor breuken en afschuifzones ontstaan. Deze structuren kunnen worden gekenmerkt door gladde zijkanten, gepolijste oppervlakken of gebroken en gefragmenteerde mineralen langs de breukvlakken.
5. Herkristallisatie:Herkristallisatie is een belangrijk proces dat gepaard gaat met vervorming in metamorfe gesteenten. Naarmate gesteenten veranderingen in temperatuur en druk ondergaan, kunnen mineralen herkristalliseren, waardoor nieuwe en stabielere minerale assemblages ontstaan. Dit proces kan leiden tot de ontwikkeling van nieuwe korrelgroottes, texturen en minerale oriëntaties, die bijdragen aan de algehele metamorfe gesteentestructuur.
De vervorming van metamorfe gesteenten houdt vaak verband met de tektonische omgeving waarin ze zich vormen. Rotsen die worden blootgesteld aan omstandigheden onder hoge druk, zoals die worden aangetroffen in subductiezones, kunnen bijvoorbeeld verschillende bladvormige structuren en minerale assemblages ontwikkelen die indicatief zijn voor hun vervormingsgeschiedenis. Op dezelfde manier kunnen metamorfe gesteenten gevormd in extensionele omgevingen andere structurele kenmerken vertonen dan die gevormd in compressieomgevingen.
Het begrijpen van de vervormingsstructuren in metamorfe gesteenten biedt waardevolle inzichten in de geologische processen en omstandigheden die de aardkorst hebben gevormd. Door deze structuren te analyseren kunnen geologen de complexe geschiedenis van metamorfe gebeurtenissen, tektonische omstandigheden en de evolutie van de lithosfeer van de aarde in de loop van de tijd ontrafelen.