Hier zijn de redenen waarom glans een nuttige eigenschap is voor het identificeren van een mineraal:
Observatie: Glans kan worden waargenomen zonder speciale apparatuur of reagentia. Het is direct zichtbaar onder de juiste lichtomstandigheden, waardoor het gemakkelijk toegankelijk is voor identificatie in het veld.
Gestandaardiseerde terminologie: Mineralogen gebruiken gestandaardiseerde termen om de glans van mineralen te beschrijven, wat helpt bij het garanderen van consistent gebruik en begrip door verschillende experts en literatuur. Termen als metaalachtig, niet-metaalachtig, dof, aards, parelachtig, vettig, zijdeachtig, enz. zijn goed gedefinieerd en algemeen erkend.
Onderscheiding: Mineralen vertonen een breed scala aan glanstypes, en het observeren van glans stelt ons in staat onderscheid te maken tussen deze. Metaalglans is bijvoorbeeld kenmerkend voor natuurlijke elementen en bepaalde sulfiden, terwijl niet-metaalachtige mineralen een verscheidenheid aan glans kunnen vertonen, zoals aards, parelachtig, glasachtig, vettig, enz.
Diagnostische eigenschap: Glans kan soms diagnostisch zijn bij het identificeren van specifieke mineralen of mineraalgroepen. De briljante metaalglans is bijvoorbeeld een onderscheidend kenmerk van pyriet. Op dezelfde manier kan de parelachtige glans van talk of gips helpen bij het identificeren van deze mineralen.
Visuele vergelijking: Glans kan worden vergeleken tussen verschillende mineraalspecimens, waardoor het gemakkelijker wordt om overeenkomsten of verschillen te identificeren. Dit is vooral handig als mineralen vergelijkbare kleuren of vormen hebben, maar kunnen worden onderscheiden op basis van hun glans.
Consistentie tussen monsters: Glans blijft relatief consistent voor een bepaalde mineraalsoort, ongeacht de locatie of geologische context. Dit maakt het een betrouwbare eigenschap voor identificatie, omdat de glans van een mineraal niet significant verandert tussen verschillende monsters.
Over het algemeen is glans een waardevolle eigenschap die wordt gebruikt bij de identificatie van mineralen vanwege de directe waarneembaarheid, gestandaardiseerde terminologie, diagnostische mogelijkheden en consistentie tussen monsters. Het dient als een fundamentele eigenschap voor mineralogen en wordt vaak opgenomen in identificatiesleutels en veldgidsen.