- De wind fluisterde door de bomen.
- De sterren dansten aan de nachtelijke hemel.
- De golven sloegen tegen de kust.
- Het vuur brulde in de open haard.
- De tijd vliegt als je plezier hebt.
- De storm woedde dagenlang.
- De zon glimlachte op de aarde.
- De bloemen zwaaiden in de wind.
- De maan wierp zijn zilverachtige gloed op het water.
- De stad kwam 's nachts tot leven.