* Het zijn beide gebogen oppervlakken: Zowel kegels als bollen hebben gladde, gebogen oppervlakken.
* Ze zijn allebei symmetrisch: Beide vormen vertonen rotatiesymmetrie. Een kegel kan rond de symmetrieas worden gedraaid en een bol kan rond elke diameter worden gedraaid.
* Ze kunnen worden gebruikt om andere vormen te maken: Zowel kegels als bollen kunnen worden gebruikt om andere complexe geometrische vormen te creëren door combinaties en wijzigingen. Een bol kan bijvoorbeeld in hemisferen worden gesneden en een kegel kan worden gesneden om een frustum te vormen.
Ze hebben echter ook veel significante verschillen:
* Aantal hoekpunten: Een kegel heeft één hoekpunt (de top), terwijl een bol geen hoekpunten heeft.
* Aantal gezichten: Een kegel heeft één plat gezicht (de basis) en een gebogen gezicht, terwijl een bol slechts één gebogen gezicht heeft.
* Volume: Het volume van een kegel wordt berekend als 1/3 * π * r² * h, waarbij r de straal van de basis is en h de hoogte is. Het volume van een bol wordt berekend als 4/3 * π * r³, waarbij r de straal is.
* oppervlakte: Het oppervlak van een kegel wordt berekend als π * r * (r + l), waarbij r de straal van de basis is en L de inslaghoogte is. Het oppervlak van een bol wordt berekend als 4 * π * r², waarbij r de straal is.
Hoewel ze enkele overeenkomsten delen, zijn kegels en bollen verschillende geometrische vormen met unieke eigenschappen.