Religieuze overtuigingen
Zelfmoord werd gezien als een overtreding van het Vijfde Gebod, dat luidt:'Gij zult niet moorden.' Men geloofde dat zelfmoord een egoïstische daad was die de ziel van het individu in gevaar bracht. Van degenen die zelfmoord pleegden werd gedacht dat ze naar de hel waren verdoemd, en hun werd vaak een christelijke begrafenis ontzegd.
Juridische gevolgen
Zelfmoord was ook een misdrijf volgens het Engelse gewoonterecht. Het werd beschouwd als een vorm van zelfmoord en werd bestraft met verbeurdverklaring van eigendommen en begrafenis in ongewijde grond. In sommige gevallen werd het lichaam van een zelfmoordenaar zelfs onderworpen aan openbare dissectie.
Sociaal stigma
Naast de religieuze en juridische gevolgen bracht zelfmoord ook een sociaal stigma met zich mee. Het werd gezien als een schandelijke daad die de familie en de gemeenschap van het individu te schande maakte. Degenen die zelfmoord overwogen, werden vaak ontmoedigd door hun dierbaren, die bang waren voor de sociale gevolgen van hun daden.
Ondanks de negatieve houding ten opzichte van zelfmoord waren er omstandigheden waarin het als begrijpelijker of zelfs gerechtvaardigd werd beschouwd.
- Zelfmoord werd bijvoorbeeld soms gezien als een manier om te ontsnappen aan ondraaglijk lijden of oneer.
- In sommige gevallen werden personen die als krankzinnig werden beschouwd ook verontschuldigd voor het plegen van zelfmoord.
Over het algemeen werd zelfmoord in het Elizabethaanse Engeland algemeen beschouwd als een zonde, een misdaad en een schandelijke daad. Er waren echter omstandigheden waarin dit als begrijpelijker of zelfs gerechtvaardigd werd beschouwd.