"'Wat is er met ons allemaal aan de hand?' zei Thorin tegen Gandalf."
In deze zin wordt het voornaamwoord ‘ons’ gebruikt om naar een groep mensen te verwijzen, inclusief de spreker. Dit is een voorbeeld van personificatie, omdat het menselijke kwaliteiten aan een groep mensen geeft.
Pagina 42
'Hij is een vriend van ons,' zei Gandalf. 'En hij is een heel groot krijger.''
In deze zin wordt het voornaamwoord "hij" gebruikt om naar Bilbo Baggins te verwijzen. Dit is een voorbeeld van personificatie, omdat het menselijke eigenschappen geeft aan een personage dat niet menselijk is.
Pagina 50
"'Kom! Kom!' riep Gandalf. 'We moeten opschieten!'"
In deze zin wordt het werkwoord 'huilde' gebruikt om de stem van Gandalf te beschrijven. Dit is een voorbeeld van personificatie, omdat het menselijke kwaliteiten aan een stem geeft.