Elegie van Christina Rossetti
Als ik dood ben, mijn liefste,
Zing geen droevige liedjes voor mij;
Plant geen rozen aan mijn hoofd,
Noch schaduwrijke cipres.
Wees het groene gras boven mij
Met buien en natte dauwdruppels;
En als je wilt, onthoud dan:
En als je wilt, vergeet het dan.
Ik zal de schaduwen niet zien,
Ik zal de regen niet voelen;
Ik zal de nachtegaal niet horen
Zing verder alsof je pijn hebt.
En dromend door de schemering
Die niet opkomt en niet ondergaat,
Hopelijk kan ik het me herinneren,
En misschien vergeten.
Elegie geschreven op een kerkhof op het platteland door Thomas Gray
De avondklok luidt de afscheidsdag,
De loeiende kudde slingert langzaam over het loof,
De ploeger naar huis ploetert zijn vermoeide weg,
En laat de wereld over aan de duisternis en aan mij.
Nu vervaagt het glinsterende landschap voor het zicht,
En al de lucht die een plechtige stilte in zich draagt,
Behalve waar de kever zijn dreunende vlucht uitvoert,
En slaperig gerinkel wiegt de verre plooien:
Bewaar dat van de met klimop begroeide sleep daarginds
De mopperende uil doet naar de maan klagen
Van degenen zoals, die in de buurt van haar geheime boog ronddwalen,
Maak misbruik van haar eeuwenoude eenzame heerschappij.
Sonet 71 van Shakespeare
Treur niet langer om mij als ik dood ben
Dan zul je de nors sombere bel horen
Waarschuw de wereld dat ik gevlucht ben
Van deze verachtelijke wereld, waar de slechtste wormen wonen:
Nee, als u deze regel leest, onthoud dan niet
De hand die het schreef; want ik hou zo van je
Dat ik in jouw lieve gedachten vergeten zou worden
Als je aan mij denkt, zou je wee moeten maken.
O, als, zeg ik, je naar dit vers kijkt,
Als ik misschien samengesteld ben met klei,
Doe niet zoveel als mijn arme naam repeteert;
Maar laat jouw liefde zelfs als mijn leven vergaat;
Opdat de wijze wereld niet naar jouw gekreun zou kijken,
En bespot je met mij nadat ik weg ben.