* "In de Vlaamse velden waaien de klaprozen"
* "Tussen de kruisen, rij op rij"
* "Wij zijn de doden. Korte dagen geleden"
* "Neem onze ruzie met de vijand op"
Assonantie:
* "In de Vlaamse velden waaien de klaprozen"
* "Wij zijn de doden. Korte dagen geleden"
* "En in de lucht vliegen de leeuweriken nog steeds dapper"
Consonantie:
* "In de Vlaamse velden waaien de klaprozen"
* "Wij zijn de doden. Korte dagen geleden"
* "Voor jouw morgen hebben we ons vandaag gegeven"
Enjambement:
* "In de Vlaamse velden blazen de klaprozen\nTussen de kruisen, rij na rij"
* "Wij zijn de doden. Korte dagen geleden\nWe leefden, voelden de dageraad, zagen de zonsondergang gloeien"
* "En in de lucht vliegen de leeuweriken, nog steeds dapper vliegend,\nZingen hoog het lied van vrolijkheid dat niet van ons is"
Metafoor:
* "In de velden van Vlaanderen blazen de klaprozen" (de klaprozen zijn een metafoor voor het bloed dat op het slagveld is vergoten)
* "Wij zijn de doden. Korte dagen geleden\nWe leefden, voelden de dageraad, zagen de zonsondergang gloeien" (de dode soldaten zijn metaforen voor het leven dat verloren is gegaan in de oorlog)
* "En in de lucht vliegen de leeuweriken, nog steeds dapper vliegend,\nZingen hoog het juichlied dat niet van ons is" (de leeuweriken zijn een metafoor voor de hoop die zelfs midden in de oorlog blijft bestaan)
Personificatie:
* "De leeuweriken, nog steeds dapper vliegend,\nZing hoog het lied van vrolijkheid dat niet van ons is" (de leeuweriken worden gepersonifieerd als dapper en zingend een vrolijk lied)
* "Neem onze ruzie met de vijand op:\nUit falende handen werpen we naar jou\nDe fakkel; wees van jou om hem hoog te houden" (de dode soldaten worden gepersonifieerd als zijnde in staat hun fakkel van hoop door te geven aan de levenden)
Vergelijking:
* "En in de lucht vliegen de leeuweriken, nog steeds dapper vliegend,\nZing hoog het juichlied dat niet van ons is" (de leeuweriken worden vergeleken met soldaten die dapper doorvechten)
* "Neem onze ruzie met de vijand op:\nUit falende handen werpen we naar jou\nDe fakkel; wees van jou om hem hoog te houden" (de fakkel wordt vergeleken met een symbool van hoop dat de levenden door moeten gaan)