1. Formulier: Gedichten zijn doorgaans kortere literaire werken die zich richten op de esthetiek van taal, beeldtaal en ritme. Ze gebruiken vaak figuratieve taal en poëtische middelen om een gecondenseerde en geconcentreerde uitdrukking van emoties, ideeën of verhalen te creëren. Toneelstukken zijn daarentegen langer en meer gestructureerd en bestaan uit meerdere acts, scènes en dialogen tussen personages. Ze zijn bedoeld voor optredens op het podium.
2. Doel: Gedichten zijn in de eerste plaats bedoeld om gelezen en gewaardeerd te worden vanwege hun literaire kwaliteiten. Ze onderzoeken vaak universele thema's, persoonlijke ervaringen of emoties door middel van creatieve taal. Toneelstukken hebben echter een dramatisch doel. Ze zijn bedoeld om verhalen te vertellen, boodschappen over te brengen en emotionele reacties bij een publiek op te roepen door middel van dialoog, actie en karakterontwikkeling.
3. Structuur: Gedichten hebben een flexibele structuur en kunnen qua lengte en formaat sterk variëren. Ze kunnen uit een enkele strofe of meerdere strofen bestaan, en ze kunnen specifieke rijmschema's, meterpatronen of vrije verzen volgen. Toneelstukken hebben daarentegen een stijvere structuur. Ze zijn onderverdeeld in acts en scènes, en bevatten doorgaans elementen zoals regieaanwijzingen, in- en uitgangen van personages, en dialoog die de plot en karakterontwikkeling bevordert.
4. Prestaties versus lezen: Gedichten worden doorgaans voorgelezen of gereciteerd, terwijl toneelstukken bedoeld zijn om voor een publiek te worden opgevoerd. Bij toneelstukken zijn meerdere acteurs betrokken die de personages interpreteren en tot leven brengen door middel van spraak, gebaren en beweging. De enscenering, belichting, geluidseffecten en kostuums dragen ook bij aan de algehele theatrale ervaring van een toneelstuk.
5. Publiekbetrokkenheid: Gedichten zijn vaak afhankelijk van suggestieve taal en beelden om een emotionele impact op de lezer te creëren. Ze kunnen zeer persoonlijk of reflectief zijn, en ze nodigen lezers uit om zich bezig te houden met de complexiteit van de menselijke ervaring en verbeelding. Toneelstukken bevorderen daarentegen een meer directe en interactieve betrokkenheid bij het publiek. Het publiek raakt actief betrokken bij het zich ontvouwende drama en is uit de eerste hand getuige van de conflicten, keuzes en resoluties van de personages.
Samenvattend zijn gedichten gecomprimeerde werken die de esthetiek van taal en beeldtaal benadrukken, terwijl toneelstukken gestructureerde en dramatische werken zijn die bedoeld zijn voor uitvoering, met als voornaamste doel het vertellen van verhalen en het oproepen van emotionele reacties bij een publiek.