Hier zijn enkele voorbeelden van hoe Shakespeare zijn hart ontsluit in de sonnetten:
* In Sonnet 18 vergelijkt hij zijn liefde met een zomerdag, en hij zegt dat die 'mooier en gematigder' is. Hij zegt ook dat zijn liefde ‘nooit zal vervagen’.
* In Sonnet 29 schrijft hij over hoe zijn liefde voor zijn vriend hem een beter mens heeft gemaakt. Hij zegt dat zijn vriend 'mij heeft geleerd te zien, te horen en te denken'.
* In Sonnet 55 schrijft hij hoe zijn liefde voor zijn vriend sterker is dan de dood. Hij zegt dat hun liefde zal 'overleven als de schoonheid ophoudt'.
* In Sonnet 116 definieert hij wat liefde is. Hij zegt dat liefde 'een altijd vaststaand teken is, / dat naar stormen kijkt en nooit wankelt'.
Dit zijn slechts enkele voorbeelden van hoe Shakespeare zijn hart ontsluit in de sonnetten. De sonnetten zijn een krachtig en ontroerend kunstwerk dat een kijkje biedt in de ziel van een van de grootste schrijvers aller tijden.