Titel
De titel van een gedicht moet een korte indicatie geven van waar het gedicht over gaat.
Stanza's
Een strofe is een groep regels die zich onderscheidt van de rest van het gedicht door een lege regel of een verandering in het rijmschema.
Lijnen
Lijnen zijn de basiseenheden van een gedicht. Ze bestaan uit woorden en zinnen.
Ritme
Het ritme van een gedicht ontstaat door het patroon van beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen in de regels.
Meter
Het metrum van een gedicht is het regelmatige patroon van beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen dat door het gedicht heen wordt herhaald.
Rijm
Rijm is de herhaling van hetzelfde geluid aan het einde van twee of meer regels.
Alliteratie
Alliteratie is de herhaling van hetzelfde beginmedeklinkergeluid in twee of meer woorden.
Assonantie
Assonantie is de herhaling van hetzelfde klinkergeluid in twee of meer woorden.
Consonantie
Consonantie is de herhaling van hetzelfde medeklinkergeluid in twee of meer woorden.
Figuratief taalgebruik
Figuratieve taal is een manier om woorden te gebruiken om beelden te creëren en ideeën uit te drukken die verder gaan dan de letterlijke betekenis van de woorden.
Afbeeldingen
Beeldspraak is het gebruik van woorden om een beeld te creëren in de geest van de lezer.
Metafoor
Een metafoor is een vergelijking van twee ongelijke dingen zonder de woorden 'zoals' of 'zoals' te gebruiken.
Vergelijking
Een vergelijking is een vergelijking van twee verschillende dingen, waarbij de woorden 'zoals' of 'als' worden gebruikt.
Personificatie
Personificatie is het geven van menselijke eigenschappen aan een dier, object of idee.
Symboliek
Symboliek is het gebruik van een object of afbeelding om iets anders weer te geven.
Thema
Het thema van een gedicht is het centrale idee of de boodschap van het gedicht.