Naarmate het gedicht vordert, verandert de toon van de spreker van een gevoel van verlangen naar een gevoel van berusting. Hun grootse hoop is slechts fragmentarisch geworden, en ze erkennen de nutteloosheid van het najagen van deze verre visioenen. Het hart van de spreker wordt afgebeeld als bedelmonnik en reikt naar de leegte voor troost en troost die steeds ongrijpbaarder lijken. De herhaling van de zin:'O hart, wees gerust' benadrukt het verlangen van de dichter naar vrede en verzoening in zichzelf.
Ondanks hun worstelingen verkrijgt de spreker uiteindelijk wijsheid en acceptatie. Ze beseffen dat grootse prestaties weliswaar lovenswaardig zijn, maar dat het ook essentieel is om vreugde en tevredenheid te vinden in eenvoudige, ingetogen momenten. Door reflectie komt de spreker op een plek terecht waar hij de nederige genoegens, het comfort van de gewone momenten van het leven en de relaties die echte waarde hebben, kan koesteren.
"Beggarly Heart" brengt het thema over van het accepteren van de beperkingen van het leven, het vinden van schoonheid in eenvoud en het leren waarderen van wat men al bezit in plaats van meedogenloos verre dromen na te jagen. Het weerspiegelt de bitterzoete aard van het menselijk bestaan, waar de kloof tussen ambities en realiteit kan leiden tot teleurstelling, maar mogelijk ook tot diepgaand zelfbewustzijn en vervulling.