- Situationele ironie: De titel van het gedicht is 'Vrijheid', maar het gedicht zelf gaat over het gebrek aan vrijheid dat de spreker voelt. De spreker zit gevangen in een leven van conformiteit en routine, en hij verlangt naar de vrijheid om zichzelf te zijn.
- Verbale ironie: De spreker zegt:"Ik heb het gevoel dat ik aan het rennen ben", maar hij staat eigenlijk stil. Dit suggereert dat de spreker het gevoel heeft dat hij geen vooruitgang boekt in zijn leven, ook al is hij fysiek in beweging.
- Dramatische ironie: De spreker denkt dat hij in de val zit, maar de lezer weet dat hij de macht heeft om zijn leven te veranderen. Dit creëert een gevoel van spanning en spanning, en het doet de lezer zich afvragen hoe het gedicht zal eindigen.