Biggetje :(met een vergrootglas) Hmmm... Ik vraag me af wat deze aanwijzing is.
Poeh :(aan de grond snuiven) Ik denk dat het een spoor van honing is!
Biggetje :(opgewonden) Echt waar? Laten we het volgen!
[Poeh en Knorretje volgen het spoor van honing naar een boom. Ze kijken op en zien een pot met honing aan een tak hangen.]
Poeh :(opgewonden) Kijk! Honing!
Biggetje :(bezorgd) Maar hoe gaan we het naar beneden krijgen?
Poeh :(zelfverzekerd) Ik heb een idee!
[Poeh klimt in de boom en reikt naar de pot met honing. Hij gooit de pot per ongeluk omver en deze valt op de grond. Poeh valt er achteraan.]
Biggetje :(lachen) Oh, Poeh!
Poeh :(bedekt met honing) Oeps! Ik denk dat ik de volgende keer beter moet opletten.
[De scène verdwijnt.]