Een van de centrale thema's van het verhaal is de manier waarop roken kan dienen als een vorm van zelfmedicatie. Voor Jim is roken een manier om met de stress en angsten van het dagelijks leven om te gaan. Hij beschrijft roken als een manier om ‘de zaken te vertragen’ en ‘de wereld op afstand te houden’. Dit idee wordt versterkt door het feit dat Jims rookgewoonte wordt veroorzaakt door specifieke gebeurtenissen, zoals een stressvol sollicitatiegesprek of een moeilijk gesprek met zijn vriendin.
Het verhaal suggereert echter ook dat roken negatieve gevolgen kan hebben voor de identiteit en het zelfbeeld. Jim is zich ervan bewust dat zijn rookgewoonte ongezond is en dat het een bron van angst is voor zijn vriendin. Hij voelt ook een gevoel van schaamte en schuldgevoel over zijn roken, en hij probeert dit voortdurend voor anderen te verbergen. Dit suggereert dat roken een bron van conflicten en interne strijd kan zijn, omdat het zowel troost kan bieden als angst kan veroorzaken.
Het verhaal onderzoekt ook de sociale aspecten van roken. Jim beschrijft de kameraadschap en het gemeenschapsgevoel dat hij voelt onder andere rokers. Hij vindt troost in het feit dat er anderen zijn die zijn gewoonte delen en die de problemen en genoegens van roken begrijpen. Het verhaal suggereert echter ook dat dit gemeenschapsgevoel isolerend kan werken, omdat het een barrière kan opwerpen tussen rokers en niet-rokers.
Uiteindelijk is ‘Smokers’ een complexe en genuanceerde verkenning van de rol van roken in identiteit en zelfperceptie. Het verhaal biedt geen gemakkelijke antwoorden, maar biedt wel een tot nadenken stemmende kijk op de manieren waarop roken zowel een positieve als een negatieve invloed op ons leven kan hebben.