2. Dromen en het onderbewustzijn: Geïnspireerd door Sigmund Freud, integreerde de modernist droomsequenties, symboliek en surrealistische beelden om de verborgen diepten van de menselijke psyche te verkennen en traditionele noties van de werkelijkheid uit te dagen.
3. Gefragmenteerde verhalen: Modernisten verwierpen vaak het lineaire vertellen van verhalen en kozen in plaats daarvan voor gefragmenteerde en onsamenhangende verhalen die de onsamenhangende en complexe aard van het onderbewustzijn weerspiegelen.
4. Interieurmonoloog: Modernistische romans zoals 'Ulysses' van James Joyce bevatten gedetailleerde interne monologen, waardoor lezers de ongefilterde en complexe gedachten van personages konden begrijpen.
5. Verkenning van het irrationele en absurde: Kunstenaars en schrijvers onderzochten thema's als irrationaliteit en absurditeit. Dit komt overeen met ideeën uit de psychoanalyse over de onbewuste en irrationele delen van de menselijke psyche.
6. Nadruk op individualiteit: Modernistische werken omarmden de subjectieve ervaringen en percepties van individuen boven het collectief, en weerspiegelden Freuds focus op de individuele psyche.
7. Psychologisch Realisme: Literatuur concentreerde zich op psychologisch realisme door de innerlijke gedachten, emoties en motieven van personages te analyseren, wat psychoanalytische verkenning weerspiegelt.
8. Symboliek en metafoor: Dromen en vrije associaties brachten moderne schrijvers ertoe symboliek en metaforen te gebruiken om diepgaande psychologische inzichten over te brengen.
9. Mythe en archetype: Modernisten keken naar het collectieve onbewuste en maakten gebruik van de universele patronen van de menselijke ervaring door het gebruik van mythen en archetypische symbolen.
10. Subversieve en experimentele vormen: Het modernisme was voorstander van experimenteren en verwierp de conventionele structuur, als weerspiegeling van een kritiek op traditionele manieren van denken en uitdrukken, vergelijkbaar met de ondermijning van verwachtingen in de psychoanalyse.