Nieuwe plaats: Hoofdverblijfplaats van Shakespeare in Stratford-upon-Avon heette New Place. Hij kocht het pand in 1597 en het werd zijn ouderlijk huis. New Place werd beschouwd als een substantieel en goed ingericht huis in de stad.
Land en onroerend goed: Naast New Place bezat Shakespeare verschillende andere eigendommen in Stratford-upon-Avon en omgeving. Deze eigendommen omvatten landbouwgrond, huisjes en andere gebouwen. De inkomsten uit deze eigendommen droegen bij aan de financiële stabiliteit van Shakespeare.
Tiden en leasebetalingen: Als huisbewoner ontving Shakespeare tienden, betalingen van parochianen om de plaatselijke kerk te ondersteunen. Hij had ook huurcontracten voor verschillende eigendommen, wat hem extra inkomsten opleverde.
Landbouwactiviteiten: Shakespeare hield zich bezig met landbouwactiviteiten op zijn land. Hij verbouwde gewassen, fokte vee en beheerde boomgaarden. Deze landbouwactiviteiten waren gebruikelijk onder huisbewoners in het Elizabethaanse Engeland en droegen bij aan het economische welzijn van Shakespeare.
Lokale investeringen: Shakespeare investeerde in de lokale gemeenschap. Hij verstrekte leningen aan stadsgenoten en was betrokken bij zakelijke ondernemingen zoals de graanhandel. Deze investeringen vergrootten zijn rijkdom en status als gezinshoofd verder.
Sociale status: Het bezitten van aanzienlijk onroerend goed en het ontplooien van verschillende economische activiteiten verhoogden de sociale status van Shakespeare in Stratford-upon-Avon. Hij werd een gerespecteerd en prominent figuur in de stad, wat tot uiting komt in zijn aanstelling als tiendenverzamelaar en vrederechter.
Over het geheel genomen speelde Shakespeares aandeel als huisbewoner een cruciale rol bij het vormgeven van zijn financiële situatie en sociale status in Stratford-upon-Avon. Het voorzag hem van een duurzame bron van inkomsten, stelde hem in staat deel te nemen aan verschillende zakelijke ondernemingen en droeg bij aan zijn algehele welvaart en invloed in de gemeenschap.