Hoewel de oorsprong van deze mantra niet precies bekend is, wordt het beschouwd als een traditioneel gezegde of gebed dat van generatie op generatie is doorgegeven. Het drukt een wens uit voor het welzijn en geluk van alle levende wezens, ongeacht hun verschillen.
In de context van het hindoeïsme is de mantra "loka samasta sukhino bhavantu" te vinden in de Taittiriya Upanishad, een van de oude teksten van de Veda's. Het wordt vaak gebruikt tijdens meditatie, yoga en andere spirituele praktijken om compassie en een gevoel van onderlinge verbondenheid met alle wezens te cultiveren.
In het boeddhisme staat deze mantra bekend als de Metta Sutta, en hij speelt een belangrijke rol in meditatiepraktijken van liefdevolle vriendelijkheid. Er wordt aangenomen dat het positieve energie bevordert en gevoelens van mededogen en welwillendheid jegens zichzelf, anderen en alle bewuste wezens versterkt.
Binnen het jainisme resoneert ‘loka samasta sukhino bhavantu’ met het principe van ahimsa (geweldloosheid) en het geloof in het respecteren van de inherente waarde en heiligheid van alle levensvormen. Het dient als een herinnering om compassie te beoefenen en het geluk van alle levende wezens te bevorderen.
Over het geheel genomen dient de mantra "loka samasta sukhino bhavantu" als een krachtige uitdrukking van mededogen, vriendelijkheid en het streven naar het welzijn en geluk van alle wezens.