De tragische fout van Hale ligt in zijn onvermogen om zijn overtuigingen in twijfel te trekken of alternatieve perspectieven te overwegen. Hij raakt zo in beslag genomen door zijn missie om hekserij uit te roeien dat hij er niet in slaagt de morele implicaties van zijn daden en het lijden dat hij veroorzaakt te onderkennen. Hale's karakter belichaamt de gevaren van blind vertrouwen en onverzettelijke toewijding aan een bepaalde ideologie. Miller gebruikt hem om de gevaren te onderzoeken die gepaard gaan met het toestaan dat religieuze hartstocht het gezond verstand en mededogen overstijgt, waarbij hij de mogelijkheid benadrukt dat zelfs goedbedoelende individuen instrumenten van onderdrukking kunnen worden.
Naarmate de gebeurtenissen vorderen, ondergaat Hale een geleidelijke transformatie. Hij begint zijn eigen oordeel en de geldigheid van het bewijsmateriaal tegen de beschuldigde heksen in twijfel te trekken. Zijn groei en zelfbewustzijn komen echter te laat om de tragische gebeurtenissen te voorkomen die zijn aanvankelijke ijver in gang heeft gezet. Millers karakterisering van dominee Hale dient als een waarschuwend verhaal over de gevaren van eigengerechtigheid en het belang van kritisch denken en zelfreflectie.