Godwins stelling in het verhaal draait om het idee van cultureel behoud en de impact van westerse invloed op Afrikaanse tradities en overtuigingen. Hij suggereert dat de introductie van het christendom en het westerse onderwijs heeft geleid tot een geleidelijke erosie van traditionele Afrikaanse gewoonten, waardoor de verbinding met iemands culturele wortels is verzwakt.
Hoewel Godwin de positieve aspecten van culturele uitwisseling en de potentiële voordelen van westers onderwijs erkent, benadrukt hij ook het belang van het behoud en het omarmen van cultureel erfgoed. Hij stelt dat de assimilatie van de westerse cultuur niet ten koste mag gaan van inheemse overtuigingen, tradities en levenswijzen.
Via zijn verhaal nodigt Godwin lezers uit om na te denken over de complexiteit van culturele diversiteit en de uitdagingen waarmee individuen en samenlevingen worden geconfronteerd die worstelen met hun identiteit in een geglobaliseerde wereld. Hij moedigt lezers aan om verschillende culturen te waarderen en te respecteren, terwijl hij ook de unieke elementen herkent en waardeert die elke cultuur onderscheidend en betekenisvol maken.