1. Zowel gesproken als geschreven taal gebruiken dezelfde basiswoordenschat. De woorden die we gebruiken om te spreken, zijn ook de woorden die we gebruiken om te schrijven.
2. Zowel gesproken als geschreven taal volgen dezelfde grammaticale regels. De zinnen die we uitspreken, zijn ook zinnen die we kunnen opschrijven.
3. Zowel gesproken als geschreven taal kan worden gebruikt om ideeën, gevoelens en informatie uit te drukken. We kunnen spreken en schrijven over alles wat we willen.
4. Zowel gesproken als geschreven taal wordt gebruikt om met anderen te communiceren. We spreken en schrijven met andere mensen om onze gedachten, ideeën en informatie te delen.
5. Zowel gesproken als geschreven taal wordt geleerd door oefening en blootstelling. Hoe meer we spreken en schrijven, hoe beter we erin worden.
6. Zowel gesproken als geschreven taal verandert in de loop van de tijd. Er worden nieuwe woorden aan onze taal toegevoegd en de betekenis van woorden kan veranderen.
7. Zowel gesproken als geschreven taal kan voor verschillende doeleinden worden gebruikt. We kunnen spreken en schrijven voor amusement, educatie, informatie of overtuiging.
8. Zowel gesproken als geschreven taal kan in verschillende situaties worden gebruikt. We kunnen thuis, op school, op het werk of in het openbaar spreken en schrijven.
9. Zowel gesproken als geschreven taal zijn belangrijke onderdelen van ons leven. Ze stellen ons in staat om met anderen te communiceren, onze gedachten en gevoelens te delen en meer te leren over de wereld om ons heen.
10. Zowel gesproken als geschreven taal kan worden gebruikt om mooie en betekenisvolle kunstwerken te maken.