1. Ontvoeren: Iemand illegaal meenemen, vooral met geweld.
2. Assimileren: Om je aan te passen of te integreren in een andere cultuur of groep.
3. Verwoestend: Zeer destructief of schadelijk.
4. Wanhoop: Een toestand van volledige hopeloosheid of wanhoop.
5. Verplaatsen: Iemand dwingen zijn huis of land te verlaten.
6. Genocide: Het opzettelijk en systematisch doden van een bepaalde groep mensen.
7. Identiteit: De onderscheidende kenmerken van een persoon of groep.
8. Inheems: Van nature afkomstig of voorkomend op een bepaalde plaats.
9. Onderdrukking: Het gebruik van geweld om een groep mensen te controleren of te beperken.
10. Vooroordeel: Een onterechte negatieve mening of gevoel vooraf gevormd zonder kennis of ervaring.
11. Veerkracht: Het vermogen om te herstellen van moeilijkheden of tegenslagen.
12. Restitutie: Het proces van het goedmaken van een fout of letsel.
13. Overleving: De staat van blijven bestaan, vooral ondanks moeilijke omstandigheden.
14. Trauma: Een psychologisch letsel of shock als gevolg van het meemaken van een verontrustende gebeurtenis.
15. Triomf: Een grote overwinning of prestatie.