De belangrijkste ideeën van Rousseau:
1. Sociaal contract :Rousseau's invloedrijke Social Contract-theorie stelde voor dat legitiem bestuur zou moeten voortkomen uit de instemming van degenen die geregeerd worden. Hij beweerde dat mensen een deel van hun natuurlijke vrijheden hadden opgegeven om stabiele samenlevingen te vestigen.
2. Algemeen testament :Rousseau besprak ook het concept van een ‘algemene wil’, de collectieve manifestatie van de wil van alle burgers. De algemene wil, zo beweerde hij, zou als basis moeten dienen voor alle legitieme wetten.
3. Gelijkheid en onderwijs :Rousseau steunde sociale en economische gelijkheid, met het argument dat ongelijkheid tot corruptie leidt. Hij hechtte ook groot belang aan onderwijs als middel om deugdzame en verantwoordelijke burgers te bevorderen.
4. Vrijheid in de natuur :Rousseau geloofde dat de mens van nature vrij en goed is, maar door de samenleving gecorrumpeerd raakt. Hij voorzag een terugkeer naar een meer natuurlijke en deugdzame staat.
De belangrijkste ideeën van Voltaire:
1. Vrijheid van denken en spreken :Voltaire was een fervent verdediger van de vrijheid van denken en meningsuiting, zelfs als dat betekende dat hij gevestigde instituties en overtuigingen moest bekritiseren. Hij betoogde dat deze vrijheid essentieel was voor de vooruitgang van de samenleving.
2. Reden en kritiek :Voltaire benadrukte het gebruik van de rede en het kritisch denken om autoriteit, traditie en conventionele wijsheid onder de loep te nemen en uit te dagen. Hij geloofde in de kracht van de logica om bijgeloof en dogmatisme aan de kaak te stellen.
3. Scheiding van Kerk en Staat :Voltaire steunde de scheiding van kerk en staat en stelde dat religieuze instellingen geen plaats hadden in politieke zaken. Hij pleitte voor een seculiere regering, onafhankelijk van religieuze invloed.
4. Verlicht despotisme :Voltaire steunde aanvankelijk het ‘verlichte despotisme’ – het idee dat een absolute monarch, geleid door rationele bestuursprincipes, vooruitgang en welvaart voor zijn onderdanen zou kunnen bevorderen.
Deze ideeën leidden tot veel discussie en intellectuele onrust in Frankrijk, wat bijdroeg aan de wijdverbreide ontevredenheid over de bestaande aristocratische en absolutistische orde. Ze voedden het verlangen naar grotere rechten, vrijheden en rechtvaardigere en representatievere regeringsvormen. Deze verlichte idealen legden de basis voor de Franse Revolutie en de daaropvolgende transformaties die de natie diepgaand hervormden en de daaropvolgende gebeurtenissen in de wereldgeschiedenis beïnvloedden.