1. Bloedcirculatie: Harvey's belangrijkste bijdrage was zijn ontdekking van de bloedcirculatie in het menselijk lichaam. Vóór zijn tijd geloofde men dat bloed zonder een bepaald pad door het lichaam ebde en stroomde. Harvey voerde experimenten en observaties uit, met behulp van dissecties en vivisecties, om aan te tonen dat het bloed in een continu circuit stroomt, door het hart door de slagaders en aders gepompt.
2. Functie van het hart: Harvey heeft ook ons begrip van de hartfunctie uitgebreid. Hij toonde aan dat de samentrekking van het hart (systole) het bloed actief uit de kamers naar de slagaders stuwt, en dat de ontspanning van het hart (diastole) ervoor zorgt dat bloed de kamers vanuit de boezems kan vullen. Dit leidde tot inzicht in de rol van het hart als pomp.
3. Structuur van bloedvaten: Harvey's onderzoeken werpen ook licht op de structuur en functie van bloedvaten. Hij observeerde de aanwezigheid van kleppen in de aderen, die het terugstromen van bloed voorkomen en helpen de bloeddruk op peil te houden. Daarnaast beschreef hij het concept van arteriolen en venulen, kleinere vertakkingen van slagaders en aders, die cruciaal zijn voor de verdeling en regulering van de bloedstroom door het lichaam.