Arts >> Kunst en amusement >  >> Boeken >> non - fictie

Wat zei William Shakespeare over advocaten?

William Shakespeare maakte in zijn werken verschillende verwijzingen naar advocaten, waarbij hij ze vaak op humoristische of satirische wijze afbeeldde. Hier zijn een paar voorbeelden:

1. In "King Henry VI, Part 2" (Act 4, Scene 2) zegt Dick the Butcher:

> "Het eerste wat we doen, laten we alle advocaten vermoorden."

Dit beroemde citaat weerspiegelt de negatieve perceptie van advocaten in de tijd van Shakespeare, omdat ze vaak werden geassocieerd met corruptie en oneerlijkheid.

2. In "Measure for Measure" (Act 2, Scene 2) merkt de hertog, vermomd als monnik, op:

> "Ze zeggen dat beste mannen gevormd worden uit fouten,

En voor de meesten worden ze veel meer, hoe beter

Omdat hij een beetje slecht is:dat geldt ook voor mijn man."

Deze zin suggereert dat zelfs goede mannen baat kunnen hebben bij het hebben van enkele gebreken, en dat een beetje ondeugend of sluw zijn (zoals een advocaat) voordelig kan zijn.

3. In "The Merchant of Venice" (Act 4, Scene 1) zegt Portia, vermomd als mannelijke advocaat:

> "De kwaliteit van barmhartigheid staat niet onder druk,

Het druppelt als zachte regen uit de hemel

Op de plek eronder. Het is tweemaal gezegend:

Het zegent hem die geeft en hij die neemt.”

Deze beroemde toespraak over barmhartigheid komt van een personage dat zich voordoet als advocaat en benadrukt het belang van compassie en vergeving, zelfs in juridische zaken.

4. In "Twelfth Night" (Act 1, Scene 5) zegt Sir Andrew Aguecheek, een pompeus personage:

> "Ik werd ook ooit aanbeden. Nou, laat het bekend zijn, ik werd door de andere heren hier 'Three-pence' genoemd."

Deze regel verwijst naar de term 'advocaat van drie pence', die in de tijd van Shakespeare werd gebruikt om een ​​advocaat van inferieure kwaliteit te beschrijven of iemand die elke zaak tegen een laag honorarium zou aannemen.

5. In "Hamlet" (Act 5, Scène 1) reflecteert Hamlet op de corruptie en oneerlijkheid in het rechtssysteem:

> "Wel, laat het getroffen hert gaan huilen,

Het hart onvergald spel;

Want sommigen moeten waken, terwijl anderen moeten slapen;

Zo rent de wereld weg.

Zou dit, meneer, en een woud van veren (als de rest van mijn fortuin samen met mij Turk wordt), met twee provinciale rozen op mijn verwoeste schoenen, mij niet een fellowship opleveren in een kreet van spelers, meneer?

In deze monoloog drukt Hamlet zijn frustratie over de wereld uit en overweegt hij zich aan te sluiten bij een groep acteurs, wat suggereert dat zelfs een carrière als artiest te verkiezen is boven de corrupte advocatuur.

Deze voorbeelden illustreren Shakespeares gevarieerde weergave van advocaten in zijn werken, en weerspiegelen zowel de negatieve stereotypen als de positievere kwaliteiten die in zijn tijd met de advocatuur gepaard gingen.

non - fictie

Verwante categorieën