Een recht pad kan bijvoorbeeld een gevoel van doelgerichtheid of vastberadenheid suggereren, terwijl een gebogen pad een gevoel van gratie of flow kan suggereren. Een pad dat zich in een zigzagpatroon voortbeweegt, kan een gevoel van opwinding of chaos creëren, terwijl een pad dat naar binnen spiraalt een gevoel van mysterie of introspectie kan creëren.
Dansers kunnen hun lichaam gebruiken om verschillende paden in de ruimte te creëren, en ze kunnen ook rekwisieten gebruiken om het gewenste effect te creëren. Een danser kan bijvoorbeeld een sjaal gebruiken om een vloeiend pad te creëren, of een stoel om een pad met obstakels te creëren.
Het traject van een dans is een belangrijk element van de choreografie en kan helpen een visueel interessant en gedenkwaardig dansstuk te creëren.