Basisstap/Shuffle-stap:
- Dansers beginnen in een dubbele parallelle lijn met het gezicht naar hun partners.
- Ze schuifelen hun voeten zijwaarts (van links naar rechts en van rechts naar links) terwijl ze lichtjes stuiteren op de ritmische muziek.
Stap en klap/Palakpak:
- Deze beweging omvat afwisselend tikken met de voeten op de grond en klappen (meestal twee keer).
Draai en klap/Liko:
- Terwijl dansers de stap- en klapbeweging voltooien, draaien ze met de klok mee door twee opeenvolgende halve stappen te draaien. Elke halve draai gaat gepaard met een gesynchroniseerde klap van de eigen handen (eenmaal), gevolgd door handgeklap met de partner (driemaal).
Stompstap/Hakbang:
- Op één muziekmaat stappen of stampen dansers tegelijkertijd met één voet naar voren of naar achteren, terwijl ze de positie een korte telling vasthouden.
Tap Toe/Tukod Tuhod:
- Eén been stapt zijwaarts tijdens het buigen en tikt zachtjes met de teen/scheenbeen tegen de knie van het ondersteunende been.
Handbewegingen:
- Tijdens al deze voetenwerksecties vullen de armen en handen op sierlijke wijze de dansbewegingen aan, waardoor ritmische elementen en visuele charme aan de dugso-dans worden toegevoegd.
Deze stappen in dugso kunnen enigszins verschillen, aangezien er verschillende vormen van dugso kunnen zijn uit verschillende gebieden binnen de Visayas-regio.