1. Danszalen en clubs: Jazzmuziek werd vaak gespeeld in danszalen, nachtclubs en speakeasies, wat een levendige en energieke sfeer bood voor sociaal dansen. Het ritmische karakter van jazz maakte het ideaal voor populaire dansen zoals de Charleston en de Lindy Hop.
2. Radio-uitzendingen: Door de komst van radio-uitzendingen in de jaren twintig kon jazzmuziek een breder publiek bereiken. Radiostations begonnen live jazzoptredens uit te zenden, waardoor mensen vanuit hun huis naar jazzmuziek konden luisteren en ervan konden genieten.
3. Musicals en vaudeville: Jazzmuziek werd in deze periode opgenomen in Broadway-musicals en vaudeville-shows. Jazzmuzikanten namen vaak deel aan deze optredens en droegen bij aan de levendige en energieke sfeer van de shows.
4. Filmscores: Jazzmuziek werd gebruikt om de sfeer en emoties in stomme films te versterken. Jazzmuzikanten improviseerden muziek die de actie op het scherm aanvulde, waardoor de ervaring van het publiek werd vergroot.
5. Opnames: Jazzmuzikanten begonnen hun muziek op te nemen, wat resulteerde in de productie van jazzplaten en grammofooncilinders. Dit maakte de circulatie en populariteit van jazzmuziek mogelijk buiten liveoptredens.
6. Cultureel symbool: Jazzmuziek werd een symbool van de culturele veranderingen die zich in de jaren twintig voordeden. Het vertegenwoordigde een verschuiving naar sociale liberalisering en een afwijking van traditionele normen, waardoor de tijdgeest werd vastgelegd.
7. Invloed op kunst en literatuur: De opkomst van de jazzmuziek had ook een impact op de kunst en literatuur van die tijd. Jazzgerelateerde beelden en verwijzingen verschenen in schilderijen, illustraties en literaire werken en weerspiegelden de betekenis ervan in het culturele landschap.