De bijendans is een vorm van communicatie die door honingbijen wordt gebruikt om belangrijke informatie over te brengen aan hun mede-bijenkorfleden, vooral over de locatie en afstand van waardevolle voedselbronnen. Door de uitgebreide dansbewegingen geven de bijen nauwkeurig details door, zoals de richting, afstand en kwaliteit van een voedselbron.
Soorten bijendansen:
1. Rounddans: Wordt uitgevoerd wanneer de voedselbron zich binnen ongeveer 50 meter van de korf bevindt. De bij beweegt zich in een cirkelvormig of halfrond patroon, afwisselend naar links en naar rechts gericht. Deze dans geeft algemene informatie over de locatie van de voedselbron.
2. Kwispeldans: Wordt gebruikt om de locatie door te geven van voedselbronnen die zich verder dan 50 meter van de bijenkorf bevinden. De dans bestaat uit een rechte run (kwispelfase), gevolgd door een draai van een halve cirkel. De richting van de kwispelloop ten opzichte van de zon geeft de richting van de voedselbron aan.
De dans decoderen:
1. Dansrichting: De hoek van de wiebelbaan ten opzichte van de verticaal geeft de richting van de voedselbron ten opzichte van de zon aan.
2. Intensiteit en duur: De kracht van de dans en de lengte van de kwispelloop geven informatie over de afstand van de voedselbron.
3. Geurspoor: In sommige gevallen kunnen verkenningsbijen ook een geurspoor achterlaten tijdens het uitvoeren van de dans, wat extra aanwijzingen geeft over de locatie van de voedselbron.
4. Communicatie op afstand: De snelheid en lengte van de waggle-runs coderen de afstand tot de voedselbron. Langere en snellere waggle-runs duiden op verder weg gelegen voedselbronnen.
De opmerkelijke precisie van de bijendans maakt het efficiënt delen van informatie binnen de korf mogelijk. Door deze dansen te interpreteren en te volgen, kunnen werkbijen de foerageerinspanningen optimaliseren en voedselbronnen effectief lokaliseren, wat bijdraagt aan het voortbestaan en het succes van de kolonie als geheel.