* Syncopatie: De verplaatsing van de reguliere beat, vaak door accenten te spelen op off-beats.
* Bel en antwoord: Een muzikale techniek waarbij de ene muzikant een zin speelt en een andere muzikant reageert met een soortgelijke zin.
* Hoofdindeling: Een vooraf gearrangeerde melodie die aan het begin en einde van een jazzcompositie wordt gespeeld.
* Alleen: Een gedeelte van een jazzcompositie waarin één muzikant improviseert terwijl de andere muzikanten hem begeleiden.
* Comping: De begeleiding door de andere muzikanten tijdens een solo.
* Scat zingen: De improvisatie van woordeloze zang, waarbij vaak onzinnige lettergrepen worden gebruikt.
* Bebop: Een jazzstijl die in de jaren veertig opkwam en wordt gekenmerkt door snelle tempo's, complexe harmonieën en uitgebreide solo's.
* Coole jazz: Een jazzstijl die ontstond in de jaren vijftig en die wordt gekenmerkt door een meer ontspannen tempo en een focus op melodie en toon.
* Hardbop: Een jazzstijl die ontstond in de jaren vijftig en die wordt gekenmerkt door een terugkeer naar agressiever en energieker spel.
* Freejazz: Een jazzstijl die ontstond in de jaren zestig en die werd gekenmerkt door het volledig loslaten van traditionele vormen en structuren.