* Cabaret: Jazz werd ook vaak uitgevoerd in cabarets, dit waren nachtclubs met live-entertainment. Cabarets waren populair in het begin van de 20e eeuw en er waren vaak jazzmuzikanten te gast, samen met andere artiesten zoals zangers, dansers en cabaretiers.
* Theaters: Jazz werd soms ook in theaters opgevoerd. Dit was vooral gebruikelijk in de begindagen van de jazz, toen het nog een relatief nieuw muziekgenre was. Enkele van de beroemdste jazzoptredens in theaters zijn onder meer het optreden van Louis Armstrong in het Lincoln Theatre in New York City in 1931 en het optreden van Duke Ellington in de Carnegie Hall in New York City in 1932.
* Radio: Jazz werd ook gepopulariseerd via radio-uitzendingen. Aan het begin van de 20e eeuw was radio een nieuwe technologie, waardoor mensen uit het hele land naar jazzmuziek konden luisteren. Enkele van de beroemdste jazzradio-uitzendingen zijn onder meer de uitzending "Fleischer Story" in 1923, met Louis Armstrong en zijn Hot Five, en de uitzending "Duke Ellington Show" in de jaren dertig, met Duke Ellington en zijn orkest.
* Registraties: Jazz werd ook op platen verkocht. Hierdoor konden mensen thuis naar jazzmuziek luisteren. Enkele van de beroemdste jazzplaten zijn de "Hot Fives" en "Hot Sevens" -opnames van Louis Armstrong uit de jaren twintig en de "Black, Brown and Beige" suite van Duke Ellington uit 1943.