* Vibrato: Vibrato is een techniek waarbij de toonhoogte van een noot snel wordt gevarieerd. Dit kan door de embouchure (de positie van de mond op het mondstuk) te verplaatsen of door het diafragma te gebruiken. Vibrato kan expressiviteit en emotie toevoegen aan een optreden.
* Buigen: Buigen is een techniek waarbij de toonhoogte van een noot enigszins wordt gewijzigd door op de saxofoontoets te drukken of te trekken. Dit kan worden gebruikt om een "huilend" of "buigend" geluid te creëren.
* Grommen: Grommen is een techniek waarbij een keelgeluid wordt geproduceerd door de keel samen te snoeren en lucht door de saxofoon te blazen. Grommen kan een rauw, scherp geluid aan een optreden toevoegen.
* Onduidelijk: Slurring is een techniek waarbij er soepel tussen twee noten wordt overgegaan zonder te tongen. Dit kan worden gebruikt om een legato (soepel) geluid te creëren.
* Articulatie: Articulatie verwijst naar de manier waarop noten worden aangevallen en losgelaten. Er kunnen verschillende articulatietechnieken worden gebruikt om verschillende effecten te creëren. Een scherpe aanval kan bijvoorbeeld worden gebruikt om een staccato (losstaand) geluid te creëren, terwijl een zachte aanval kan worden gebruikt om een legato geluid te creëren.
Door deze verschillende technieken te combineren, kunnen saxofonisten een grote verscheidenheid aan geluiden en uitdrukkingen creëren.