1. "Somos de [landnaam]." (Wij komen uit [landnaam].)
2. "Yo soy de [landnaam] y mi esposo/esposa es de [landnaam]." (Ik kom uit [landnaam] en mijn echtgenoot komt uit [landnaam].)
3. "Somos de verschillende delen van de wereld." (Wij komen uit verschillende delen van de wereld.)
4. "Yo soy de [landnaam] pero hij levendig in [landnaam] durante muchos años." (Ik kom uit [landnaam], maar ik woon al vele jaren in [landnaam].)
5. "Somos originarios de [landnaam] pero ahora vivimos en [landnaam]." (We komen oorspronkelijk uit [landnaam] maar wonen nu in [landnaam].)
Het antwoord moet informatie bevatten over de herkomst of huidige locatie van de persoon of personen waarnaar wordt verwezen.