1. Gebrek aan neerslag:Woestijnen worden gekenmerkt door extreem lage neerslagniveaus. Dorre gebieden ontvangen jaarlijks minder dan 250 millimeter (10 inch) neerslag. Dit gebrek aan regenval wordt vaak veroorzaakt door de geografische locatie, zoals de ligging in de regenschaduw van bergketens, die vochttransporterende wolken blokkeren.
2. Hoge temperaturen:Woestijnen worden ook gekenmerkt door hoge temperaturen vanwege hun ligging op subtropische en tropische breedtegraden. De sterke zonnestraling die deze gebieden bereikt, leidt tot hoge verdampingssnelheden, waardoor de beschikbaarheid van water verder afneemt.
3. Lage luchtvochtigheid:De lage luchtvochtigheid in woestijnen draagt bij aan de droogte van het milieu. De droge lucht heeft een laag vermogen om vocht vast te houden, wat leidt tot een snelle verdamping van al het beschikbare water.
4. Schaarse vegetatie:De barre omstandigheden in woestijnen maken het moeilijk voor de vegetatie om te overleven. Het gebrek aan water, hoge temperaturen en lage luchtvochtigheid creëren een omgeving die ongunstig is voor plantengroei. Als gevolg hiervan zijn woestijnen schaars begroeid, waarbij planten vaak zijn aangepast om te overleven in droge omstandigheden.
5. Bodemkenmerken:Woestijngronden zijn vaak arm aan organisch materiaal en voedingsstoffen als gevolg van het gebrek aan vegetatie en het weglekken van voedingsstoffen door onregelmatige hevige regenval. Dit beperkt de groei van planten verder, wat bijdraagt aan het dorre landschap van de woestijn.
6. Winderosie:Het gebrek aan vegetatie in woestijnen maakt ze ook kwetsbaar voor winderosie. Sterke winden pikken losse zanddeeltjes op, wat leidt tot de vorming van zandduinen en andere door de wind geblazen landvormen.
Deze factoren dragen gezamenlijk bij aan de vorming en het behoud van woestijnen als gebieden met extreme droogte, hoge temperaturen en schaarse vegetatie.