1. Namaskar Mudra:Dit is een gebaar van respect en begroeting, waarbij beide handpalmen samen voor de borst worden geplaatst, met de vingers naar boven gericht.
2. Pataka Mudra:Deze mudra vertegenwoordigt een vlag en wordt gevormd door het strekken van de wijsvinger en middelvinger, terwijl de andere vingers naar beneden worden gevouwen.
3. Ardha Pataka Mudra:Vergelijkbaar met Pataka Mudra, maar alleen de wijsvinger is uitgestrekt.
4. Mayura Mudra:Deze mudra lijkt op de snavel van een pauwen en wordt gevormd door de duim en wijsvinger bij elkaar te plaatsen, terwijl de andere vingers naar binnen worden gebogen.
5. Trisula Mudra:Vertegenwoordigt de drietand van Heer Shiva en wordt gevormd door het strekken van de wijs-, middel- en ringvinger, terwijl de duim en pink gevouwen blijven.
6. Kataka Mudra:Deze mudra vertegenwoordigt een lotusknop en wordt gevormd door de toppen van de duim, wijs- en middelvinger samen te voegen, terwijl de andere vingers naar binnen worden gebogen.
7. Ashtapatrakam Mudra:Deze mudra vertegenwoordigt een lotusbloem met acht bloemblaadjes en wordt gevormd door de toppen van alle vingers samen te voegen.
8. Shikhara Mudra:lijkt op een bergtop en wordt gevormd door het strekken van de duim, wijs- en middelvinger, terwijl de ring- en pink gevouwen blijven.
9. Bhramar Mudra:Deze mudra vertegenwoordigt een bij en wordt gevormd door de duim op het topje van de wijsvinger te plaatsen en de andere vingers naar binnen te buigen.
10. Hamsa Mudra:Betekent een zwaan en wordt gevormd door de duim op de zijkant van de handpalm te plaatsen en de andere vingers naar binnen te buigen.
Dit zijn slechts enkele voorbeelden van de vele mudra’s die in Bharatanatyam worden gebruikt. Elk gebaar heeft zijn eigen betekenis, en dansers moeten de kunst beheersen van het effectief gebruiken van mudra's om de expressiviteit en het verhalende aspect van hun uitvoeringen te versterken.