1. Mensen: Mensen kunnen aan allerlei voorwerpen slingeren, waaronder schommels, touwen en zelfs bomen.
2. Dieren: Dieren kunnen ook slingeren, waaronder apen, vogels en zelfs katten.
3. Objecten: Voorwerpen kunnen slingeren als ze vastzitten aan iets dat beweegt. Een slinger zwaait bijvoorbeeld omdat deze aan een vast punt is bevestigd.
4. Ideeën: Ideeën kunnen ook schommelen, wat betekent dat ze in de loop van de tijd kunnen veranderen of verschuiven.
5. Een gesprek: Een gesprek kan wisselen tussen verschillende onderwerpen of sprekers.
6. Een stemming: De stemming van een persoon kan schommelen tussen geluk, verdriet en andere emoties.
7. Een stemming: Een stem kan voor of tegen een kandidaat of voorstel uitslaan.
8. Een trend: Een trend kan omhoog of omlaag gaan, wat betekent dat deze kan stijgen of dalen.
9. De aandelenmarkt: De aandelenmarkt kan schommelen tussen winst en verlies.
10. Een slinger: Een slinger zwaait heen en weer door de zwaartekracht.