Deze muzikale term geeft het laatste deel van een muzikale compositie aan. Het deel begint in een langzaam en majestueus tempo (Andante Maestoso) en gaat vervolgens over in een snel en levendig tempo (Allegro Vivace). Deze verandering in tempo creëert een gevoel van opwinding en energie, waardoor wordt toegewerkt naar een groots en triomfantelijk slot. De Andante Maestoso-sectie wordt vaak gekenmerkt door een nobel en ceremonieel gevoel, terwijl de Allegro Vivace-sectie wordt gekenmerkt door zijn snelle en uitbundige karakter. Deze structuur wordt vaak aangetroffen in klassieke muziek, vooral in symfonieën en concerten, waarbij de finale dient als het culminerende deel dat het hele stuk tot een opwindend en bevredigend einde brengt.