2. Tabel lezen :Het ensemble zit rond een tafel en leest het script hardop, waarbij aandacht wordt besteed aan de tekst en de regelweergave. Dit helpt bij het identificeren van potentiële problemen met dialoog en karakterinterpretatie.
3. Blokkeren :De regisseur werkt met acteurs om hun bewegingspatronen op het podium te bepalen, inclusief in- en uitgangen, ruimtelijke relaties en blokkering voor specifieke scènes.
4. Scènestudie :Acteurs duiken dieper in specifieke scènes en onderzoeken karaktermotivaties, emoties en relaties.
5. Zangoefeningen :Acteurs doen vocale warming-ups en oefeningen om hun vocale projectie, intonatie en articulatie te verbeteren.
6. Improvisatie :Acteurs improviseren scènes of situaties om karaktereigenschappen en dynamiek te verkennen, wat vaak leidt tot nieuwe ideeën voor de productie.
7. Bewegings- en dansrepetities :Als de productie dans of fysieke beweging omvat, concentreren deze repetities zich op het choreograferen en uitvoeren van die aspecten.
8. Generale repetities :Zodra alle elementen samenkomen, lijkt een generale repetitie op de uiteindelijke productie, met volledige kostuums, verlichting en rekwisieten, waardoor aanpassingen mogelijk zijn vóór de daadwerkelijke uitvoeringen.
9. Technische repetities :Technische repetities richten zich op de technische aspecten van de productie, inclusief lichtsignalen, geluidseffecten en setwisselingen, om soepele overgangen en timing te garanderen.
10. Notitiesessies :De regisseur of andere aangewezen personen geven feedback op de prestaties van acteurs en bespreken gebieden voor verbetering of aanpassingen aan specifieke scènes of karakteriseringen.