Geschiedenis:
Janggay is een traditionele Balinese dans van Balinese oorsprong, Indonesië, die het verhaal uitbeeldt van een dappere krijger die ten strijde trekt en zijn vrouw en kind achterlaat. De vrouw maakt zich zorgen over haar man en wordt wanhopig. Vervolgens daalde de godin van het lot naar de aarde en transformeerde de vrouw in een boom. Toen de man naar huis terugkeerde, zag hij de boom en rouwde hij om de dood van zijn vrouw. De stem van zijn vrouw echode echter uit de boom en vertelde hem dat zij de boom was geworden. De man was blij de stem van zijn vrouw te horen en hij omhelsde de boom.
Geschreven stappen van Janggay-dans:
Voorbereidende bewegingen
1. Begin met een sierlijke wandeling, gevolgd door een handbeweging genaamd 'penyembrah'.
2. Voer het 'ngumbang'-gebaar uit, waarbij beide handen naar buiten bewegen, wat lijkt op de klappende vleugels van een vogel.
3. Voer het 'ngisisig'-gebaar uit, met cirkelvormige handbewegingen.
4. Voer het 'ngeletuk'-gebaar uit, waarbij snelle heen en weer gaande handbewegingen nodig zijn.
5. Sluit de voorbereidende bewegingen af met de "ngigel tungkeng"-houding, waarbij u het lichaam met één knie op de grond laat zakken.
Belangrijkste bewegingen:
1. Begin met de 'mebarung', een zithouding met het linkerbeen naar voren gestrekt en de rechterknie gebogen.
2. Overgang naar de 'nyegjeg', een knielende positie met één been naar achteren gestrekt en het andere naar beneden gevouwen.
3. Voer de 'ngending' uit, waarbij de danser zijn lichaam zwaait en draait terwijl hij knielt.
4. Voer de 'ngecagcag' uit, een gehurkte houding met ritmische heupbewegingen.
5. Voer de 'melikuk' uit, met draaiende en draaiende bewegingen tijdens het hurken.
6. Sluit de hoofdbewegingen af met de 'ngigel sembah', een sierlijke staande houding met gevouwen handen ter begroeting.
Overgangsbewegingen
1. Begin met een stevige wandeling genaamd 'mebebat'.
2. Voer het "ngigel jangget"-gebaar uit, waarbij de handen langs het gezicht fladderen en op een baard lijken.
3. Voer het 'ngigel payas'-gebaar uit, waarbij je sierlijke handbewegingen maakt.
4. Overgang naar het "ngigel tungkeng"-gebaar waarbij de danser zijn lichaam laat zakken met één knie op de grond.
5. Voltooi de overgang met de 'ngesog'-houding, waarbij u het lichaam naar voren buigt, waarbij de ene voet stevig op de grond staat en de andere iets naar achteren wordt opgetild.
Beëindigen van bewegingen:
1. Begin met het "melikuk"-gebaar, waarbij je het lichaam draait en draait terwijl je knielt.
2. Voer de zithouding van het "mebarung"-gebaar uit met het linkerbeen naar voren gestrekt en de rechterknie gebogen.
3. Voer het 'ngending'-gebaar uit, waarbij u het lichaam zwaait en draait terwijl u knielt.
4. Voer de "nyegjeg"-houding uit, geknield met één been naar achteren gestrekt en het andere naar beneden gevouwen.
5. Sluit de eindbewegingen af met de 'mebebat', een snelle wandeling die het einde van de dans aangeeft.