Naarmate beschavingen zich ontwikkelden, creëerden verschillende culturen hun eigen verschillende dansmuziekstijlen. In het oude Egypte waren muziek en dans bijvoorbeeld een integraal onderdeel van religieuze ceremonies en festivals. In India werd dans gezien als een heilige kunstvorm, en het werd vaak gebruikt om verhalen te vertellen of belangrijke boodschappen over te brengen.
In de middeleeuwen begon dansmuziek een meer seculiere rol te spelen. Het werd opgevoerd op hofballen en andere sociale evenementen, en het werd steeds populairder onder het gewone volk. In de Renaissance werd dansmuziek nog uitgebreider en begon elementen uit verschillende culturen over de hele wereld te integreren.
Tegen de 18e eeuw was dansmuziek een belangrijk onderdeel van de westerse cultuur geworden. Het werd opgevoerd in theaters, muziekzalen en nachtclubs, en er werd op grote schaal van genoten door mensen van alle leeftijden. In de 19e eeuw begon dansmuziek een modernere vorm aan te nemen en werd ze steeds meer beïnvloed door nieuwe technologieën zoals de grammofoon en de radio.
In de 20e eeuw onderging de dansmuziek een aantal grote veranderingen. Nieuwe genres zoals jazz, blues en rock-'n-roll ontstonden, en dansmuziek werd steeds gesyncopeerd en ritmisch. De ontwikkeling van elektronische muziek in de tweede helft van de 20e eeuw had ook een diepgaande invloed op de dansmuziek en leidde tot de opkomst van nieuwe genres zoals disco, house en techno.
Tegenwoordig is dansmuziek een wereldwijd fenomeen waar mensen van alle leeftijden en culturen van genieten. Het is een essentieel onderdeel van de muziekindustrie en blijft zich op nieuwe en opwindende manieren ontwikkelen en veranderen.