Adagio :Een langzame en sierlijke beweging die doorgaans op een vloeiende en aanhoudende manier wordt uitgevoerd.
Allegro :Een snelle en levendige beweging die wordt gekenmerkt door snelle, lichte en energieke stappen.
Saldo :Het vermogen om het evenwicht te bewaren tijdens het uitvoeren van bewegingsreeksen of het vasthouden van houdingen.
Bourrée :Een kleine, snelle en glijdende stap zijwaarts, meestal met afwisselende voeten.
Cassé :Een buiging of breuk van het lichaam, meestal in de taille of nek, waardoor een gebogen of ingezakte vorm ontstaat.
Chassé :Een glijdende stap die naar de zijkant beweegt terwijl de voeten bij elkaar worden gesloten.
Ontwikkelen :Een beweging waarbij het werkbeen soepel wordt gestrekt van een gesloten positie naar een open positie.
Grote Battement :Een grootschalige trapbeweging waarbij het werkbeen in een hoge positie wordt gebracht en vervolgens gecontroleerd wordt neergelaten.
Pirouette :Een draaiende draai op één voet, meestal gedaan met het lichaam rechtop.
Plié :Een buiging van de knieën, meestal gedaan terwijl de voeten plat op de grond blijven.
Relevatie :Een opstijgen op de bal van de voeten of demi-pointe, of opstaan op één been en spitzen, met het andere been in de lucht.
Rond de Jambe :Een cirkelvormige beweging van het been, uitgevoerd op de grond of in de lucht, meestal met de knie recht gehouden.
Sauteren :Een sprong waarbij beide voeten samen opstijgen en landen.
Sissonne :Een sprong waarbij het ene been naar voren wordt geworpen terwijl het andere in de lucht of op de grond blijft.
Tendus :Een soepele en gecontroleerde verlenging van het werkbeen, waarbij het recht blijft vanaf de heup.
Wals :Een soepele, drievoudige dans gekenmerkt door elegante en sierlijke bewegingen.